De effecten op milieu en gezondheid zijn nog steeds onderbelicht.

 

Taskforce-voorzitter wil in gesprek met belangengroep.

 

Adnan Tekin is gedeputeerde voor de Provincie Noord-Holland. Ook is hij voorzitter van de Taskforce Varend Ontgassen. De Taskforce kwam op 28 mei met het bericht dat er in 2020 een landelijk verbod komt op varend ontgassen door de binnenvaart. Het verbod gaat gelden voor stoffen met een benzeengehalte van 10% en meer. Een verbod op andere gevaarlijke stoffen komt later aan de orde. We spraken kort na het verschijnen van het persbericht met Adnan Tekin.

 

Is er recent onderzoek gedaan naar de omvang van ontgassen door de binnenvaart in Nederland, en eventuele risico’s van ontgassen voor de volksgezondheid en het milieu? We kennen het RIVM-rapport uit 2015, maar aangezien dat is toegespitst op één specifieke stof, geeft dit onvoldoende inzicht over ontgassen in het algemeen.

 

De schippers worden er het vaakst aan blootgesteld.

 

“Het blad ‘Gevaarlijke Lading’ publiceert regelmatig artikelen over dit onderwerp. Daarnaast werken provincies, zowel bestuurlijk als ook ambtelijk, samen op dit onderwerp en zijn diverse onderzoeken uitgevoerd om te komen tot het opstellen van de provinciale verboden. De effecten op milieu, maar vooral ook de gezondheid zijn nog steeds onderbelicht en verdienen meer aandacht. Zowel de volksgezondheid algemeen, maar meer specifiek de schippers. Zij worden er het vaakst aan blootgesteld.”

 

Volgens het CBS is het vervoer van gevaarlijke stoffen door de binnenvaart de afgelopen tien jaar met 90% toegenomen. Dat betekent ook dat het ontgassingsverbod op grotere schaal overtreden wordt. Waarom is het zo onduidelijk of en in hoeverre er gehandhaafd wordt?

 

Vanuit de Taskforce die van start gaat wordt het gehele plaatje omtrent toezicht en handhaving bekeken en worden afspraken gemaakt over hoe dat bij een nationaal verbod gedaan gaat worden. Het belangrijkste is uiteraard dat helemaal niet ontgast hoeft te worden, maar dat de lading wordt hergebruikt. Dit kan door vervolgladingen mee te nemen die zich laten verenigen met de lading die werd vervoerd. Als dit dan toch niet mogelijk is moet ontgast worden bij een daartoe aangewezen locatie.

 

Handhaven zit complex in elkaar.

 

Het toezicht en handhaven van de provinciale verboden zit complex in elkaar. Binnenkort willen we in Noord-Holland een proef gaan draaien. Er komt een ontgassinginstallatie in de haven van Amsterdam en aangegeven is dat zodra deze er is we ook gaan handhaven. Deze ontgassinginstallatie is dan een proefneming om te onderzoeken of deze werkt. In diezelfde periode gaat de provincie Noord-Holland het toezicht dan ook in de praktijk toetsen.

 

De omgevingsdienst mag niet aan boord van een schip.

 

Op papier hebben we afspraken staan in een protocol, maar het moet in de praktijk ook werken. Een omgevingsdienst kan en mag bijvoorbeeld niet aan boord van een varend schip. Rijkswaterstaat mag en kan niet handhaven op een provinciaal verbod. Hiervoor moet samengewerkt worden met de landelijke politie. In de provincie Noord-Holland en Zuid-Holland zijn op diverse locaties al eNoses geplaatst om het ontgassen te detecteren. Maar om te handhaven moet de actie op heterdaad, ter plekke worden geconstateerd én er moeten monsters genomen worden van hetgeen wordt ontgast. Dit moet om aan te tonen dat het een stof betreft die niet ontgast mag worden. Daarnaast is het lastige in dit proces om op tijd bij het betreffende schip te zijn dat aan het ontgassen is, voordat deze al klaar is met ontgassen.

 

Het ontgassingsverbod en de handhaving ervan vallen onder de provincies. Waarom wordt er niet één lijn getrokken die – desnoods tijdelijk – op landelijke schaal wordt doorgevoerd?

 

Die gesprekken gaan binnenkort plaatsvinden. Aangezien de landelijke politie de partij is om aan boord te komen van een schip, zullen op landelijk niveau afspraken gemaakt moeten worden. Maar dan niet alleen afspraken maar ook een praktijktoets. Wat lijkt te werken op papier hoeft in de praktijk nog niet per se de best practice te zijn. Zoals hiervoor aangegeven willen we binnenkort dus met een ‘praktijktoets’ beginnen.

 

Daarnaast wordt het verbod landelijk verankerd in wetgeving, zoals is afgesproken en vastgesteld in het CDNI-verdrag. Naar verwachting is het verbod in 2020 dan vastgelegd in nationale wetgeving en treedt het in werking. Dan is het niet meer alleen aan de provincies, maar is ook het Rijk betrokken bij toezicht en handhaving. In de Taskforce gaat dit proces opgepakt worden, zodat op landelijk niveau hetzelfde van toepassing is.

 

In de Rotterdamse haven geldt een algeheel ontgassingsverbod. Hierdoor wordt er onder andere op de Lek in woongebieden ontgast door schepen die Rotterdam als bestemming hebben. De overheid beroept zich erop dat de regelgeving zoals bepaald in het CDNI-verdrag nog niet is geïmplementeerd. Dat gaat nog wel even duren. Waarom is er nog geen nationale wetgeving?

 

Zoals hierboven aangegeven is dit proces nu gestart en treedt een nationaal verbod in 2020 in werking. Via de Taskforce wordt het proces naar de inwerkingtreding van het nationale verbod voorbereid. Hiervoor werden 28 mei jl. de afspraken geformaliseerd in de eerdergenoemde High level meeting.

 

De provincies zijn de aanjagers geweest.

 

Het voortraject heeft even geduurd. De provincies zijn hierin de aanjagers geweest. Door de druk van de provincies heeft het Rijk het onderwerp op internationaal niveau opgepakt en bespreekbaar gemaakt. Aangezien het niet alleen in Nederland van toepassing is, maar ook consequenties heeft in o.a. buurlanden België en Duitsland is dit een internationale aangelegenheid. Deze processen kosten tijd, maar heeft er uiteindelijke toe geleid dat in de zomer van 2017 afspraken zijn gemaakt en verankerd in het CDNI. Nu moeten de lidstaten deze afspraken verwerken in nationale wetgeving. Dat traject loopt nu.

 

Gaat de Taskforce zich naast het ontwikkelen van beleid ook richten op de uitbreiding van het aantal ontgassingsinstallaties in Nederland? Zonder het een heeft het ander immers weinig functie.

 

Jazeker. Dat is één van de speerpunten van de Taskforce, om te zorgen dat de infrastructuur daarvoor op orde is.

 

In het rapport “Varend ontgassen door de binnenvaart” (Prof. Dr. H. Geerlings) wordt door geraadpleegde bedrijven de wenselijkheid benadrukt van een aparte taskforce, die zich bezig gaat houden met de technische innovaties die nodig zijn voor de uitvoering van het beleid. Gaat de huidige taskforce zich hier ook mee bezig houden?

 

Niet rechtstreeks, maar wel indirect. Via vergunningverlening bijvoorbeeld willen we het mogelijk maken dat er opties zijn voor bedrijven om proefnemingen te doen, zodat technieken getest kunnen worden. Vanuit de Taskforce zijn enkele omgevingsdiensten aangehaakt die in een separate werkgroep mogelijkheden hiervoor in kaart brengt. In provincie Noord-Holland vindt binnenkort een dergelijke proefneming met een ontgassingsinstallatie plaats.

 

Voor een goede regelgeving die naar ieders tevredenheid functioneert is het uiteraard van belang dat ook de burgers zich vertegenwoordigd weten in het tot stand komen ervan. In hoeverre gebeurt dat op dit moment binnen de Taskforce? Zou u bereid zijn om in gesprek te gaan met vertegenwoordigers van het burgerinitiatief Stop Ontgassen?

 

In de taskforce zijn geen burgers aangehaakt. Maar ik wil wel graag in gesprek met de belangengroep.

Teken de petitie!

En draag bij aan schone lucht!

Teken nu de petitie

Foto's en video's op deze website zijn uitsluitend bedoeld ter illustratie. Afgebeelde schepen hebben geen relatie met het onderwerp.